Een B2+ niveau: wat betekent dat?
Update: Wist je al dat de AKV toets gaat veranderen? Lees er meer over in ons nieuwe artikel!
Wanneer je informatie leest over cursussen Nederlands of de Taaltoets Nederlands, zie je vaak dat het niveau aangeduid is met termen als A1/A2/B1/B2/C1/C2 of in het geval van de taaltoets: B2+. Maar wat betekent dit nou eigenlijk?
In dit blog willen we je meer informatie geven over de verschillende taalniveaus en de betekenis hiervan.
ERK
Het ERK (Europees Referentie Kader) is een internationale norm om het niveau waarop iemand een taal beheerst te omschrijven. Dit wordt gedaan door middel van verschillende niveaus: niveau A, B en C. Elk taalniveau heeft ook weer een sub-niveau. Zo is er een A1 en een A2-niveau dat valt onder categorie A, een B1 en een B2-niveau dat valt onder categorie B, en een C1 en C2-niveau dat valt onder categorie C.
Door te spreken over de verschillende niveaus volgens de norm van het ERK, is het een stuk makkelijker om vast te stellen op welk niveau iemand de taal beheerst. Dit is handig als je bijvoorbeeld met een cursus wilt beginnen om te kijken of je aan de toelatingseisen voldoet, als je wilt weten wat het eindniveau van een cursus is, als je zelfstandig Nederlands wilt oefenen en wilt kijken of het materiaal geschikt voor je niveau is, of als je wilt weten of je het juiste niveau beheerst om bijvoorbeeld de Taaltoets Nederlands te kunnen maken.
CEFR
In het Engels staat het ERK bekend onder de naam CEFR (Common European Framework of Reference for Languages). Door gebruik te maken van deze norm, is het ook over de grens altijd duidelijk over welk taalniveau er wordt gesproken.
De verschillende niveaus
Het ERK onderscheidt 6 niveaus van taalbeheersing:
A: A1 + A2 (beginner)
B: B1 + B2 (gevorderd)
C: C1 + C2 (vergevorderd)
Niveau A
A is het laagste taalniveau oftewel: beginner. Op dit niveau kunnen cursisten zich nog niet zelfstandig redden met de taal en zijn zij een basisgebruiker.
Op een A1-niveau hebben cursisten basiskennis van de taal, kunnen zij eenvoudige zinnen produceren en daarnaast hebben zij een basis vocabulaire.
Op een A2-niveau hebben cursisten al meer vocabulaire en kunnen zij meer verstaan en spreken. Zij kunnen gesprekken voeren over alledaagse zaken.
Niveau B
Na het taalniveau A, komt niveau B. Iemand met een B-niveau is een onafhankelijke taalgebruiker wat betekent dat iemand de taal zelfstandig kan gebruiken.
Op een B1-niveau kunnen cursisten zich goed verstaanbaar maken en zij kunnen hun mening geven over verschillende onderwerpen en gebeurtenissen en verwachtingen beschrijven.
Op een B2-niveau kunnen cursisten ook complexere teksten begrijpen en duidelijke teksten produceren. Hij/zij kan spontaan deelnemen aan gesprekken en abstractere en/of technischere ideeën uitdrukken die gerelateerd zijn aan hun interessegebied of werkveld.
Staatsexamen
Om als buitenlandse professional in Nederland aan de slag te gaan, is een bewijs dat je Nederlands op een B1 of een B2-niveau beheerst vaak een vereiste. Het Staatsexamen NT2 toetst deze taalniveaus. Het Staatsexamen NT2 – programma I toetst of je een B1-niveau hebt. Het Staatsexamen NT2 – programma II toetst of je een B2-niveau hebt. Het Staatsexamen is geen geldig bewijs voor je BIG-registratie omdat het niveau B2+ moet zijn. Een B2-niveau is dus niet voldoende!
Niveau C
Het C-niveau is het laatste en hoogste niveau van taalvaardigheid. Wanneer je een C-niveau beheerst, spreek je de taal met gemak en ben je een vaardige taalgebruiker.
Op een C1-niveau kunnen cursisten zich vloeiend uitdrukken en de taal efficient en flexibel gebruiken voor sociale, academische en professionele doeleinden.
Op een C2-niveau kunnen cursisten zonder moeite alles begrijpen en zij kunnen zich zeer vloeiend uitdrukken, ook in complexe situaties.
Binnen het ERK worden niet alleen zes niveaus onderscheidden van elkaar maar ook vijf verschillende vaardigheden: lezen, luisteren, spreken, schrijven en gesprekken voeren. Het kan zo zijn dat je bijvoorbeeld op luisteren een B1-niveau hebt maar op spreken nog een A2-niveau. Dit is heel normaal, het zal tijd kosten om alle vaardigheden op een hoger niveau te beheersen. Daarnaast is het ook logisch dat je taalvaardigheid per vaardigheid zal verschillen.
B2+ niveau voor tandartsen
Nu je een beter beeld hebt van de verschillende niveaus, kunnen we gaan kijken naar het niveau van de Taaltoets Nederlands. De toets die buitenlandse tandartsen moeten afleggen om in het BIG-register geregistreerd te kunnen worden.
Het niveau van de taaltoets is B2+. De + betekent dat het niveau iets hoger ligt dan een B2-niveau, maar lager dan een C1-niveau. Het niveau zit dus tussen een B2 en een C1 niveau in.
B2-niveau
We hebben net gelezen dat cursisten op een B2-niveau complexere teksten kunnen begrijpen en duidelijke teksten kunnen produceren. Daarnaast kan iemand op dit niveau ook technischere ideeën uitdrukken gerelateerd aan bijvoorbeeld het werkveld. In het geval van een buitenlandse tandarts, is dit werkveld tandheelkunde. Dit zie je heel duidelijk terug in Toets A van de Taaltoets Nederlands: samenvatten en presenteren. Voor Toets A.1, moet je namelijk een tandheelkundig artikel lezen en in 80 woorden kunnen samenvatten.
C1-niveau
We weten nu ook dat cursisten met een C1-niveau de taal efficient en flexibel kunnen gebruiken voor onder andere academische en professionele doeleinden. In het geval van een buitenlandse tandarts, heb je de taal nodig voor professionele doeleinden, namelijk werken als tandarts in een Nederlandse tandartspraktijk. Dit zie je weer duidelijk terug in Toets B van de Taaltoets Nederlands: gesprek en verslag. Voor Toets B moet je namelijk een gesprek voeren met een simulatie-patiënt en vervolgens een verslag schrijven over dit gesprek.
Je kan dus goed zien hoe de taalvaardigheden van een B2 en een C1-niveau zijn verwerkt in de opdrachten van de Taaltoets Nederlands.
De Toets
Tijdens de toets word je beoordeeld op twee aspecten: de vaardigheid & taalgebruik.
Bij de beoordeling op vaardigheid wordt er gekeken of je de toets goed kan afleggen binnen de gestelde voorwaarden. Het gaat hierbij om de vaardigheden: samenvatten, presenteren (A) en gesprek en verslag (B).
Bij de beoordeling op taalgebruik wordt er dus gekeken of je een B2+ niveau beheerst om te kunnen slagen voor de toets. Ook al is het taalniveau hoog, dit betekent niet dat we verwachten dat je geen enkele taalfout maakt. Het C-niveau is bijna moedertaalspreker en het niveau van de toets is B2+. Fouten maken mag dus!
Er wordt echter wel een onderscheid gemaakt tussen het soort fouten dat je maakt. Sommige fouten mogen nou eenmaal niet of minder vaak voorkomen op een B2+ niveau. Denk hierbij aan de congruentie van werkwoorden. Wanneer je zegt: ‘ik hebben’, is dit geen goede congruentie omdat het onderwerp en het vervoegde werkwoord niet op elkaar aansluiten.
Hopelijk heb je nu een beter beeld van het taalniveau B2+ dat vereist is voor de Taaltoets Nederlands. Wil je graag meer weten over de verschillende taalvaardigheden per niveau? In deze video van het ERK worden de verschillende niveau’s nog een keertje goed uitgelegd.
Wij wensen je veel succes bij het behalen van een B2+ niveau zodat je straks helemaal klaar bent voor de toets!
